Posts tonen met het label geloven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geloven. Alle posts tonen

Te vaak angst voor de dood

Irreële angst voor een straf van God

Voor de meeste mensen die midden in het leven staan is het leven te mooi om te verliezen. Maar de kwaliteit van leven wordt soms vergald door een sluimerende angst voor de dood, terwijl er geen enkele directe aanleiding voor lijkt te zijn.
De dood is een universele menselijke ervaring en het is natuurlijk dat het concept ervan vragen en angst kan oproepen. Religie kan mensen troost en houvast bieden door middel van spirituele hoop en een geloof in een betekenisvolle voortzetting na de dood. Veel religies bieden een concept van het hiernamaals, waarin de beloning of bestraffing van individuen na de dood wordt bepaald. Voor sommige gelovigen kan dit geloofsaspect een gevoel van angst of onzekerheid met zich meebrengen met betrekking tot de dood en wat er daarna komt.
Er zijn verschillende psychologische en theologische perspectieven die verbanden leggen tussen de angst voor de dood en religieuze opvattingen over goddelijke straf. Hoewel deze perspectieven niet allemaal dezelfde verklaringen geven, bieden ze inzicht in mogelijke associaties tussen de twee fenomenen. Hier zijn enkele voorbeelden.

  1. Terror Management Theory. Deze psychologische theorie suggereert dat mensen hun sterfelijkheid onder ogen zien en een diepgewortelde angst voor de dood hebben. Religie en geloof in een goddelijke straf kunnen dienen als een psychologisch afweermechanisme om deze angst te verminderen. Het geloof in een leven na de dood, hemelse beloningen en straffen kan een gevoel van controle en veiligheid bieden in het licht van de onvermijdelijke dood.
  2. Theologische opvattingen. Binnen bepaalde theologische kaders wordt de angst voor de dood in verband gebracht met religieuze opvattingen over goddelijke straf en beloning. Sommige religieuze tradities geloven dat het hiernamaals een plaats is waar beloningen en straffen worden uitgedeeld op basis van iemands daden en geloof. Deze overtuigingen kunnen de angst voor de dood vergroten, omdat ze het idee versterken dat de dood een overgang is naar een oordeelsvolle sfeer.

Het is relevant om te benadrukken dat er binnen verschillende religies en spirituele tradities ook opvattingen zijn die troost, hoop en zingeving bieden in het licht van de dood, zonder nadruk te leggen op angst of straf. Deze perspectieven kunnen de nadruk leggen op liefde, genade, verlossing, spirituele groei en de mogelijkheid van een vreedzaam en vervuld leven, ongeacht de dood.
Angst voor straf van God kan sommige mensen belemmeren in het uiten van negatieve gedachten of twijfels over hun leven. Religieuze overtuigingen en doctrines kunnen een sterke invloed hebben op het denken en gedrag van gelovigen, en angst voor goddelijke straf kan een krachtige motivator zijn om bepaalde gedachten en emoties te onderdrukken.

Gebrek aan vertrouwen

Deze angst kan voortkomen uit de overtuiging dat negatieve gedachten of twijfels als een teken van gebrek aan geloof, vertrouwen in of ongehoorzaamheid aan God worden beschouwd. Het kan leiden tot zelfcensuur of het onderdrukken van natuurlijke menselijke ervaringen, zoals twijfels, angsten of negatieve gevoelens.

Vrijheid als Godsgeschenk

Het idee dat vrijheid een geschenk van God (het universum) is, komt voor in verschillende religieuze en spirituele tradities. Veel gelovigen geloven dat God ons de vrijheid heeft gegeven om keuzes te maken en onze eigen weg te volgen.
Voor sommige mensen kan het geloof in de goddelijke gave van vrijheid juist een bron van kracht en geruststelling zijn. Het kan een gevoel van autonomie, verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om zelf richting te geven aan het leven bevorderen.
Het is belangrijk om op te merken dat vrijheid in de context van religie en spiritualiteit op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. Het kan gaan om vrijheid van zonde, vrijheid om moreel goede keuzes te maken, vrijheid van angst of vrijheid om spiritueel te groeien. De specifieke invulling van het concept van vrijheid kan variëren tussen religies, denominaties en individuen.
Het idee van vrijheid als een geschenk van God kan ook resoneren met de bredere filosofische discussie over de aard van vrijheid, determinisme en moraliteit. Filosofen en theologen hebben eeuwenlang gedebatteerd over de vraag of menselijke vrijheid verenigbaar is met het idee van een alwetende en almachtige God.

Zie ook het blog Waarom bestaat er onrecht als er een God is?
 

Waarom bestaat onrecht als er een God is?

Het beeld van God dat veel mensen hebben is van iemand die er voor zorgt dat alles goed komt. Omdat niet alles goed gaat in het leven en iedereen weleens onrecht ervaart is het logisch dat mensen twijfelen of er eigenlijk wel een God is. En die twijfel wordt vervolgens gevoed door de observatie dat niemand kan bewijzen dat God bestaat en dat degenen die daarvoor gestudeerd hebben ook vaak niet duidelijk kunnen uitleggen hoe het nu met God zit.
In dit artikel wat inzichten die het begrijpelijk zouden kunnen maken waarom het toch logisch is dat er een God kan zijn en er onrecht bestaat. Voor degenen die zich moeite willen besparen: hier wordt niet de waarheid gepreekt of de indruk gewekt dat de schrijver de waarheid in pacht heeft. Wat doorlezen wel kan opleveren is een acceptatie dat bepaalde antwoorden niet anders kunnen worden geformuleerd.

God is transcendent en immanent

Wat wil dat zeggen? Letterlijk betekent het dat God de realiteit, uit te drukken in taal, overstijgt en blijvend is. Het betekent ook dat God niet sterfelijk is en ook niet de eigenschappen heeft van een levend wezen of je moet het antwoord accepteren dat God manifest (zichtbaar) is in alle levende wezens, mens, dier en plant. Deze vorm van zowel alom aanwezig als afwezig zijn, maakt dat God transcendent is en we het bestaan van God niet bewijzen of verwerpen kunnen. We kunnen hoogstens geloven. God is ongrijpbaar en tastbaar tegelijk. Het gaat figuurlijk ons begrip te boven. Het helpt om jezelf te realiseren dat wij mensen projecteren: we willen graag denken dat wat we zien echt is.

Je kunt met God communiceren, maar God laat zich niets gezeggen. Dat betekent dat de antwoorden mogelijk niet direct herkenbaar tot je komen.

God als schepper heeft geen haast

Weliswaar wordt in de Bijbel gesteld dat God de wereld in zes dagen heeft geschapen, maar deze bewering in deze vorm is niet in overeenstemming met wetenschappelijke inzichten over de evolutie. De oerknal was pakweg 14 miljard jaar geleden en sinds die tijd is er van alles geëvolueerd, maar de omstandigheden waren 10 miljard jaar ongunstig voor leven. Het leven op aarde bestaat pakweg 4 miljard jaar en van de menselijke soort wordt gezegd dat deze 200.000 jaar geleden is afgesplitst van een met een apen gemeenschappelijke voorouder. Er zijn dus vele generaties aan ons voorafgegaan die allemaal een klein stapje in ontwikkeling hebben (mee)gemaakt. Wij zijn nu in een vorm waarbij we veel tijd, energie en kennis hebben verworven om ons de vraag te stellen of de ontwikkeling een kwestie van toeval is of door God gestuurd. We hebben nog steeds niet het definitieve antwoord.

Wat zeggen gezaghebbende anderen?

Hoe sluit bovenstaande aan bij grote denkers uit het verleden? Een denker die zich ook bezig heeft gehouden met de vraag uit de titel was de Duitse filosoof Schelling (1775-1854). Schelling was studiegenoot van Hegel.
In het zomernummer 2022 van Filosofie Magazine schrijft Michel Dijkstra over hem.

Twee citaten over vrijheid die mij aanspreken.
Citaat 1.

Schellings holistische natuurfilosofie vormt het uitgangspunt van zijn denken over vrijheid. Hij heeft felle kritiek op zijn tijdgenoten, die dit begrip uitsluitend als keuzevrijheid invullen. Zo’n vrijheidsopvatting beperkt dit begrip tot de mens, terwijl Schelling in zijn natuurfilosofie voor elk ding in het universum, inclusief dieren, planten en levenloze zaken, ‘een vrij en bijzonder leven’ eist.
Tot zover het eerste citaat.

In deze opvatting van Schelling over vrijheid begint al een kiem van een boodschap op te duiken. Wanneer God in de schepping gezorgd heeft voor een vrij en bijzonder leven voor elk wezen dan hoort daar ook bij dat er roofdieren en prooidieren zijn in een soort balans. Het begint al op een vorm van onrecht te lijken dat het ene wezen een ander wezen doodt. Maar elk dier dat gezond en alert leeft komt meestal weg van ziektes en roofdier en kan leven in vrijheid voor zolang als het duurt. Vrijheid zou je een kwaliteit van het leven kunnen noemen die in de evolutie langzaam vorm heeft gekregen. En de vorm van vrijheid is voor elk levend wezen anders, ook binnen de mensheid. Iedereen koestert zijn vrijheid, maar wij mensen zijn ons weinig bewust dat we het dieren nauwelijks gunnen, hoogstens vanuit onverschilligheid.

De evolutie van vrijheid

Vrijheid zou je een kwaliteit kunnen noemen die gaandeweg de evolutie steeds meer vorm krijgt. Het is een kostbare, maar gratis meegekregen eigenschap, waarop elk levend wezen recht op heeft, zo zou je met Schelling kunnen zeggen.

Citaat 2.
Om iets over de menselijke vrijheid te zeggen, moet je volgens Schelling eerst proberen God te doorgronden. Dit omdat God alles mogelijk maakt. Hij overstijgt alle dingen, maar is tegelijkertijd de mogelijkheidsvoorwaarde voor alle dingen.
Schelling definieert het pantheïsme als het aanwezig zijn van God in alle dingen. Daarbij doemt er echter een groot filosofisch en theologisch probleem op, want God wordt traditioneel als ultiem goed omschreven. Hoe is het dan mogelijk dat Hij het kwaad in de wereld toestaat? Hiermee komen we in een tegenspraak terecht. Dit probleem, ook wel theodicee genoemd, is binnen Schellings denken extra prangend omdat hij God als noodzakelijke grond of het fundament van de werkelijkheid beschouwt. De conclusie moet dus wel zijn dat het kwaad noodzakelijkerwijs bestaat en dat God ook slecht is.
Schellings antwoord op de theodicee is subtiel. Hij vertrekt vanuit de gedachte dat niets kan bestaan zonder zijn tegendeel. Bijvoorbeeld: ‘Als het “nee” er niet was, zou het “ja” geen kracht hebben’. Dit gaat ook op voor goed en kwaad: zonder het kwade zou het goede krachteloos zijn. Vandaar dat je volgens Schelling zowel goed als kwaad in het vrijheidsbegrip moeten opnemen: de mens kan voor beide kiezen. Toch kun je God niet simpelweg ‘slecht’ noemen omdat Hij deze keuze voor de mens mogelijk maakt. Dat komt, stelt Schelling, door deze paradox: de natuur, waartoe ook de mens behoort, heeft een fundament dat tegelijkertijd in God ligt én onafhankelijk van Hem is.
Schellings oplossing voor deze paradox is dat de mens wel onafhankelijk van God moet zijn, omdat hij anders niet vrij is. Zo laat Schelling zien hoe de tegendelen ‘vrijheid’ en ‘noodzakelijkheid’ samen kunnen gaan. Concreet houdt zijn opvatting in dat God het licht van het goede aan de mens geeft, maar dat de mens door zijn egoïsme voor de duisternis van het kwaad kan kiezen. Op die manier ligt de oorsprong van het kwaad bij het schepsel en niet bij de Schepper.
Tot zover Michel Dijkstra.

Hoe aan te kijken tegen onrecht?

Terug naar de vraag uit de titel. We kunnen de vraag niet sluitend beantwoorden, maar het antwoord wel aanvoelen. Wanneer vrijheid vorm krijgt, krijgt ook onrecht een kans. Wij mensen vinden het lastig om voortdurend alert te zijn hoe het er met onze vrijheid voorstaat. We willen allemaal vrij zijn, maar graag op een comfortabele manier en we hopen dat de samenleving zo wordt ingericht dat onrecht zo veel mogelijk wordt voorkomen en zo niet, dat het snel wordt recht gezet. We willen niet afhankelijk zijn van een ongrijpbare God en vinden het lastig om zo te leven dat recht wordt gedaan aan zo mogelijk levensvormen die op aarde leven. We willen ons daar niet alsmaar mee bezighouden. Wat we kunnen doen is zelf ook een beetje te transcenderen en ons aan te sluiten bij dat wat immanent is: dat we allemaal evenwaardig zijn in ons recht op een vrij en natuurlijk leven. We kunnen vanuit dat inzicht weten hoe we moeten leven, hoe we de samenleving kunnen inrichten. We kunnen hetzelfde van anderen vragen of eisen, want het recht op vrijheid is wederkerig. Voor wie de logica van het belang van vrijheid inziet, is de vraag uit de titel niet meer van belang.

Bronnen

Filosofie Magazine zomernummer 2022. De mystieke vrijheidsdenker door Michiel Dijkstra p 46.

Filosoof Schelling over het wezen van vrijheid (bol.com).

Verwarrende verhalen in het geloof

Mensen die -net als ik- een christelijke opvoeding hebben gehad, hebben verhalen te horen gekregen over de Bijbel en het Nieuwe Testament met nauwelijks toelichting over de joodse, Griekse en Romeinse context waarin die verhalen zijn ontstaan. De ene cultuur kende maar één God, de andere vele goden en de keizers hadden goddelijke status.
Verwarrend is vooral de triniteit, dat er één God bestaat in drie goddelijke entiteiten: de Vader, de Zoon (Jezus Christus) en de Heilige Geest. Verwarrend is ook waarom een onschuldige baby gedoopt moet worden voor onze erfzonde en Jezus aan het kruis stierf om ons van de erfzonde te verlossen? Of waarom begraven we dode mensen en ruimen we hun graf ruim voor het einde der tijden?
Ik snap dat het in de eerste eeuwen lastig moet zijn geweest om de christelijke volgelingen uit vele landen te verenigen en de vervolging van de volgelingen te overleven. Werelds en kerkelijk machtsmisbruik lag en ligt nog steeds op de loer. Vele goed bedoelende en vrij denkende ketters zijn op een bepaald niet christelijke manier op de brandstapel geraakt.

De joodse Jezus heeft nooit het plan gehad om een nieuwe religie te starten, anders had Hij wel notulen laten maken. Het verslag van zijn leven en zijn boodschap is ver na zijn dood vastgelegd in het Nieuwe Testament. Het bestaat uit 27 'boeken' (geschriften) die in de periode van de tweede helft van de eerste en het begin van de tweede eeuw na Christus zijn geschreven in het Koinè-Grieks. Deze canonieke (door de kerk geaccepteerde) boeken zijn geschreven door verschillende auteurs.
Evangelie betekent “goede boodschap”. 
De vier ("goede") door de kerkvaders voor het Nieuwe Testament geselecteerde evangelisten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes waren niet de enige. Er zijn meer evangeliën, waaronder die van Maria Magdalena, de veronderstelde en soms als ex-prostituee verguisde echtgenote van Jezus.
De niet echt contemporaine evangelisten moeten niet worden verward met de twaalf apostelen (volgelingen tijdens het leven van Jezus): Simon, die Petrus genoemd wordt, zijn broer Andreas, Jakobus van Zebedeüs, zijn broer Johannes, Filippus en Bartolomeüs, Tomas, Matteüs, Jakobus van Alfeüs, Taddeüs, Simon Kananeüs en Judas Iskariot.
De niet helemaal overlappende verhalen van de evangelisten zijn rond het jaar 70 (toen ook Jeruzalem door de Romeinen werd verwoest) op schrift gesteld.
Welke versie vertegenwoordigt de "goede" boodschap?
Vanaf de tweede eeuw verschenen er alternatieve verhalen over het leven en de betekenis van Jezus. Deze werden bekend onder de naam gnostische geschriften.
Sommige bronnen zijn later (her)ontdekt. De Nag Hammadi geschriften, bijvoorbeeld, zijn een verzameling teksten uit de begintijd van het christendom die in 1945 gevonden werden in Midden-Egypte in het plaatsje Nag Hammadi. Een eerste integrale Nederlandse vertaling van alle teksten werd in 1994 gepubliceerd door Jacob Slavenburg en Willem Glaudemans. De geschriften bieden een alternatieve kijk op de verhalen over Jezus. Daar was de kerk niet per se blij mee. Het nam in de loop der eeuwen wel zeven concilies om de kerkelijke waarheid in dogma's vast te  leggen.

Citaat uit Wikipedia.
Tot aan de vondst van de Nag Hammadi-geschriften waren onderzoekers op het gebied van de gnostiek vrijwel uitsluitend aangewezen op overgeleverde teksten van kerkvaders die van opvatting waren dat de gnostiek een vorm van ketterij was die bestreden moest worden. Het ter beschikking krijgen van een aanzienlijk aantal authentiek gnostische geschriften maakte het mogelijk om gnostische opvattingen en waarden in de eerste eeuwen na Christus in een veel breder kader te bestuderen. Het heeft geleid tot onder meer het inzicht dat ook er ook binnen de gnostiek zelf een grote variatie aan opvattingen was. Raakvlakken met het platonisme kunnen veel beter onderbouwd worden. Het heeft ook het inzicht verbreed in de grote mate van pluriformiteit van het christendom in de eerste eeuwen. Daarin is gnostiek geen ketterse afwijking van een orthodoxe standaard, maar een illustratie van de veelvormigheid van interpretaties van een christelijke boodschap.
Tot zover Wikipedia.

In een ander boek schrijft Jacob Slavenburg met John van Schaik over westerse en oosterse wijsheid en de esoterische traditie door de eeuwen heen. Slavenburg behandelt ook het ontstaan van het christendom.
Er is door vele kerkelijke historici nagedacht over de vraag of Jezus letterlijk een zoon van God is. Een opvatting is dat het geval is via de onbevlekte ontvangenis van de Heilige Geest door zijn moeder, tevens maagd, Maria. Een andere opvatting is dat Jezus door het ontvangen van de Heilige Geest bij zijn doop in de Jordaan door Johannes, ongeveer drie jaren voor zijn dood, de goddelijke status (Christus als deel van God) heeft gekregen en vervolgens in plaats van Jezus van Nazareth (een naam verwijzend naar menselijke afkomst) Jezus Christus genoemd kon worden.
Jezus was net als zijn vader Josef het overgrote deel van zijn leven timmerman van beroep en wordt verondersteld getrouwd te zijn en kinderen te hebben gehad met Maria Magdalena. Zij wist soms tot frustratie van de mannelijke apostelen zijn boodschap het beste te kennen en te kunnen uitdragen.
Tot zover Slavenburg.

Bij zijn doop komt Jezus in een nieuwe verhouding tot God te staan en wordt hij Gods geestelijke (naast letterlijke) Zoon. In het Nieuwe Testament wordt dit verbeeld doordat Gods Heilige geest (in de vorm van een duif) over hem heen is gedaald. Op Pinksteren wordt de uitstorting van de Heilige Geest (deze keer in de vorm van vurige tongen) gevierd over allereerst een groep van 120 volgelingen van Jezus Christus. Zij doopten vervolgens 3000 gelovigen met hetzelfde resultaat.
Christenen in de latere eeuwen -en ook nu nog- worden direct bij hun geboorte gedoopt met wijwater om de baby’s “vervuld te laten zijn van de Heilige Geest”. Vlak voor hun puberteit worden jonge christenen geacht zelf de keuze te maken om volgeling van Jezus te zijn door de vernieuwing van de doopbelofte, die in eerste instantie door de ouders ba de geboorte was gedaan.
Elke belijdende katholiek "getuigt" voortdurend van z'n geloof door een kruis te slaan met de woorden "in de naam van de vader, de zoon en de Heilige Geest, amen". Het is natuurlijk meer een gewoonte of ritueel dan een geloofsbelijdenis. Anders gelovigen doen dat niet of in een andere volgorde.

Natuurlijk is van Jezus het belangrijkste wat zijn boodschap is en doen zijn huiselijke omstandigheden er niet echt toe. Voor mij is de kern van zijn boodschap dat wij allen (al dan niet gedoopt) evenwaardig zijn (in ons recht op vrijheid) en dat we onze naasten zo moeten behandelen als we zelf ook behandeld willen worden.

Liefdevol en vrij

Dat een God niet ingrijpt bij onrechtvaardigheid vind ik niet verwarrend. We zijn niet vrij wanneer er voortdurend van hogerhand wordt ingegrepen, zoals een ouder zijn kind corrigeert. We zijn zelf verantwoordelijk. Een onzichtbare God kan duiden op een niet bestaan of op een liefdevolle en vrijheid liefhebbende goddelijke aard. Liefde voor Zijn eigen vrijheid en voor die van anderen. Hele volksstammen hebben vroeger en nu geprobeerd God voor het eigen karretje te spannen via bidden, smeken en offerandes. Logisch dat God zich afzijdig lijkt te houden. Kwestie van geloof.
Het is zeker tegen de boodschap van Jezus in om te twisten op leven en dood over zijn al dan niet goddelijke of menselijke status. Misschien heeft het Vaticaan wel de koppeling tussen God en zijn zoon Jezus als een truc verzonnen om indirect een Godsbewijs te maken. En geldt niet hetzelfde voor de ziel, als deel van God in ons? We zijn vrij om een bewijs van het bestaan van God te zien in alles wat leeft en ook een bewijs voor het tegendeel, aangezien er in geen enkel levend wezen een aanwezigheid van God valt te aan te tonen.
Het respecteren van de vrijheid van mens en dier zie ik als een vorm van wellevendheid waarop een liefdevolle God het bedoelt. Zie ook Tullia d'Aragona (1510-1556) "de vrije wil is de grootste gave, die God ons ooit schonk".

Meer lezen? De boeken (artikelen) van Jacob Slavenburg (bol.com).
Lezing van het boek van Slavenburg over de duizenden pogingen die overal ter wereld in de loop der eeuwen zijn gedaan om een geloofwaardig verhaal over geloof en God de wereld in te slingeren, schept verwarring en maakt bescheiden. Je kunt je het beste verwonderen over de ongeloofwaardigheid van de veelvormige verhalen en er om glimlachen.
Lijken goden op mensen? Zo onder, zo boven? We zien nog steeds wat we willen zien. Ze zagen ook in de oudheid wat ze wilden zien. We projecteren wat er in ons leeft op anderen en zoeken bevestiging.

Een citaat van Jacob Slavenburg over Maria Magdalena die verwarrend kan zijn voor mysogene personen en christelijke feministen.
In een al langer bekend geschrift, het Evangelie van de Pistis Sophia, fungeert Maria Magdalena als ‘tolk’ voor de overige apostelen, die niet altijd direct de leringen van Jezus begrijpen. Als ze aan Jezus vraagt openlijk te mogen spreken, zegt deze het volgende.
‘Maria, jij begenadigde, die ik in alle hemelse mysteriën heb ingewijd spreek openlijk, want jouw bewustzijn is meer dan dat van al je broeders gericht op het Koninkrijk der hemelen'.

Als Maria dan uitleg aan de anderen geeft, prijst Jezus haar uitbundig.
‘Toen Jezus Maria Magdalena deze woorden hoorde spreken, zei hij: ‘Jij bent gelukzalig en vervuld, de gelukzalige omvatte volheid, die door alle geslachten zalig zal worden geprezen’. Toen Maria uitgesproken was, zei hij: ‘Goed gesproken, Maria. Jij bent begenadigd boven alle vrouwen op aarde omdat jij de volheid der volheid en de voleinding der voleinding zal zijn'.

Maar Maria ondervindt ook tegenstand. Haar bewustzijn is telkens in staat om de juiste interpretaties te geven’, maar ze aarzelt omdat ze bang wordt van Petrus: ‘want hij bedreigt me en haat onze sekse’. Petrus op zijn beurt roept uit: ‘Heer, deze vrouw is voor ons onverdraaglijk omdat zij ons de gelegenheid ontneemt om iets te zeggen, maar zelf herhaaldelijk aan het woord is'.

Ongrijpbare krachten en dwaalwegen rondom spiritualiteit

Macht en onmacht

Opgegroeid in een katholiek gezin en terugkijkend op de lange geschiedenis van het westerse geloof en dat geloof vergelijkend met het Taoïsme vallen mij onderstaande overeenkomsten en verschillen op in het omgaan met macht en onmacht. Ik beschrijf wat mij tegenstaat aan het christendom en wat mij fascineert aan het Taoïsme, namelijk dat in de natuur het evenwicht steeds wisselt en niets kan bestaan zonder zijn tegendeel (yin en yang).

Vasthoudendheid

Wie een bepaald geloof aanhangt, wil er ook graag voordeel van hebben. Je hoort bijvoorbeeld bij een groep, die je sociale contacten en bescherming oplevert of je hebt een God waaraan je een verzoek kunt richten. Maar die wens tot voordeel blokkeert het zicht op waar spiritualiteit over gaat.
In een ongezond samengestelde samenleving of een geestesziek individu kan een egoïstische en/of superieure geloofsovertuiging zelfs tot fascisme leiden en daarmee tot liefdeloos geweld.
Een duivenexperiment van Skinner maakte duidelijk dat wanneer je er van overtuigd bent dat je met bepaald gedrag een beloning lijkt af te dwingen het heel lang kan duren voordat je dat gedrag verandert, terwijl je maar af en toe en ook nog toevallig beloond wordt (zie ook gokverslaving).
Duiven en mensen willen dus graag geloven dat zij sturing hebben over hun lot en kunnen dit geloof heel lang vasthouden. Mensen kunnen zelfs wachten op een beloning na hun dood. Heel wat kapitalistische regimes hebben van deze goedgelovigheid misbruik gemaakt en hebben gewetenloos zelf materie verzameld die ze van goedgelovigen hebben afgetroggeld. Velen hebben bij leven onrecht laten bestaan in de verwachting dat na hun dood door God recht zou worden gedaan of hun geduld beloond.
Vriend en vijand van religie zijn het erover eens dat je God niet voor je karretje kan spannen. Atheïsten verklaren God gewoon voor niet bestaand en dragen toeval als reden aan voor de evolutie en al het moois op aarde en gelovigen vinden dat je steun van God moet verdienen door goed gedrag te vertonen. En er is altijd wel een voorbeeld te verzinnen dat iemand bij zichzelf kan aandragen dat hij niet perfect is geweest en God daarom niet zijn gebed verhoort. En zo blijft iedereen lang bij zijn standpunt of in zijn geloof.

Verdelen en verbinden?

De Romeinen die hun rijk rond het begin van de jaartelling graag in stand wilden houden kregen ergens in de eerste eeuwen na Christus door dat het geloven in één god veel gemakkelijker verschillende volkeren bindt dan het geloven in vele goden die ook nog eens veel menselijke gelijkenis hadden. Die ene god (overigens genderneutraal avant la lettre) was de schepper van de mens naar zijn gelijkenis en was zelf zonder menselijke fouten. God kon overigens wel kwaad ("vertoornd") worden en de mensheid straffen met vele plagen.
Was eerder de werkzame politiek van de wereldse overheerser “verdeel en heers”, door het christendom als officiële staatsgodsdienst aan te nemen en het Vaticaan aan het hoofd te zetten van een mondiale kerk kon het wereldrijk van Rome daarmee zowel verdeeld als verbonden als geheerst worden. En met deze “drie-eenheid” kon nog millennia door machthebbers geprofiteerd worden van de rust en materiële welvaart die dit systeem opleverde. Om over het misbruik van schaapjes door de herders nog maar te zwijgen.

Oosterse en westerse spiritualiteit

De ethische uitgangspunten van atheïsten, agnosten en gelovigen mochten dan soms verschillen, in de praktijk kunnen ze zich vinden in het principe “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. Het leidde zowel tot een liberale als tot een sociale wetgeving. Gelovigen konden leven met het idee dat het Kwaad met wereldse wetten kon worden beteugeld en dat tegelijk vrijheid bewaakt wordt. God zou dit rechtvaardigen. Volgens de theodicee van de vrije wil accepteert God het bestaan van het kwaad in de wereld omdat de mens pas iets heeft aan zijn vrije wil als hij er ook iets mee te kiezen heeft. Het Kwaad bestaat dus zo- en omdat de mens een keuze kan maken ertegen.
Eigenlijk en uiteindelijk was god niet meer nodig om alles autonoom te laten draaien. Nietzsche verklaarde god dan ook dood en anderen legden zich er bij neer dat religie een privézaak is. En omdat het bewijs dat God (wel of niet) bestaat niet kan worden geleverd konden we in het westen gemakkelijk aansluiten bij Oosterse tradities als het Taoïsme. Gods wegen en de Tao zijn ondoorgrondelijk. 'De tao doet niets en toch blijft niets ongedaan'.

Wikipedia over de Tao (letterlijk “de weg, maar ook de stroom”).
Men kan tao alleen bij benadering leren begrijpen of volgen. "De weg (tao) heeft begin noch eind". In de tekst van de Daodejing (Boek van de Weg en de Kracht) wordt het volgende geschreven. "De essentie van tao is dat het niet uitgedrukt kan worden. Als men denkt het wel te kunnen uitdrukken, dan is het niet tao". Tao is immers vormloos en niet gebonden aan een vorm.
Tao voedt alles. Het creëert de gewenste ordelijke patronen in de chaos. Maar de wens naar ordelijke patronen zal nooit vervuld worden. Men kan alleen maar op het pad blijven van de zoektocht. In de taoïstische leer is tao de kwaliteit van die zoektocht.
Tot zover.

Uit vers 51 van Laozi.


Tao brengt de dingen voort.
Het brengt ze groot door Teh.
Teh brengt ze tot wasdom en vormt ze,
voltooit ze en doet ze rijpen.
Voedt ze en beschermt ze.
Voortbrengen, maar zich niet toe-eigenen
Doen maar zich er niet op voor laten staan,
tot wasdom brengen maar zonder heerser te zijn,
dat is wat ‘diepe deugd’ genoemd wordt.

Tot zover.
Teh is de liefdevolle kracht die werkt via het paradoxale wu wei principe: doen door niet te doen. Wie volgens de tao leeft, weet dat hij de uitdagingen in het leven, zijn ellende en problemen niet meer met strijd, macht of inspanning te lijf moet gaan. Hij gaat spontaan en bewust mee in de loop der dingen.

Hoe leeft iemand in de geest van de tao? Chuang Tze zegt het volgende.

Jullie zijn oprecht en rechtvaardig, zonder te weten dat je door zo te zijn rechtschapen bent.

Jullie houden van elkaar, zonder te weten dat dat goed is.

Jullie zijn eerlijk, maar weten niet dat dat trouw zijn is.

Jullie houden je aan je woord, zonder te weten dat je daarmee in geloof en vertrouwen leeft.

Jullie helpen elkaar, zonder eraan te denken geschenken te geven of te krijgen.

Zo laat je handelen geen sporen achter.

De oosterse en westerse uitwerking van religie zijn twee convergerende wegen om God te benaderen. Let wel: dit gaat over wat het voor jou betekent dat er een hogere macht kan bestaan en ervaren.  Soms bewandel je dan een positief pad en soms negatief, maar niet letterlijk, altijd ongrijpbaar en daarmee vrij. Net als bij intermenselijk contact gaat het bij geloofszaken om respect, dat wil zeggen het aanhouden van de juiste afstand en juiste betrokkenheid. Wie een ander in de greep (macht) wil hebben, verliest de echte verbinding. Wat juist is wordt ingegeven door het wederzijdse belang van het individu en het geheel (god of tao of natuur enz.) en dat is dat liefde stroomt. Machtswellust blokkeert die stroom.

Tekst 67 is een centrale tekst uit de Tao Te Tjing en gaat over De drie schatten.
Wie met / naar de Tao leeft, kent allereerst diepe liefde (mededogen, medeleven, compassie, onbaatzuchtige moederliefde, zachtmoedigheid). Dit is de eerste grote schat.
De tweede schat is matigheid en de derde is bescheidenheid.

Uit De kunst van het Niets doen van Theo Fischer over een Taoïst.
In een liefdesrelatie of een huwelijk behoudt hij zijn zelfstandigheid en innerlijke vrijheid. Dat wil niet zeggen dat die vrijheid als trouweloosheid kan worden gezien – de mens in de geest van de tao is standvastig – maar het betekent dat hij de integriteit en de behoeften van zijn partner in dezelfde mate respecteert als die van hemzelf. Hij is in staat lief te hebben zonder te willen bezitten. Hij ziet zijn partner niet als privé bezit, maar laat zichzelf evenmin op die manier inpalmen. Hij behoudt zijn zelfstandigheid en is toch tot een hoge mate van liefde in staat. Ja, liefde kan eigenlijk alleen onder deze omstandigheden gedijen.

Tenslotte een persoonlijke opmerking: ik ben geen katholiek of taoïst, ik ben het ook niet niet. Ik wil en hoef me niet meer te identificeren met de identiteiten die mij zijn aangereikt. Neti, neti.
Ik geloof in het verschil tussen niets doen en niet doen. Mij bewust (willen) zijn van het ethische verschil tussen doen en laten in het vergroten van vrijheid voor iedereen (mens en dier), dat is wat mij fascineert.

Wie meer wil lezen over de tao en alternatieve manieren om te kijken naar religie, klik op de links in dit artikel of op de labels onderaan.

Geloofsbelijdenis voor een liefdevolle paradox

Een atheïst gelooft. Hij gelooft dat God niet bestaat. Daar is hij zeker van. Hij heeft misschien geen ongelijk, maar heeft hij wel geduld?

Een agnost vindt dat hij niet kan weten of God wel of niet bestaat. Er zijn ook "dubbele" agnosten die een stap verder gaan en vinden dat niemand kan weten of God wel of niet bestaat. Die mensen zitten (niet oncomfortabel) in een paradox, want om te kunnen weten dat je niet kunt weten of God wel of niet bestaat, moet je toch de mogelijkheid van het bestaan van God veronderstellen. Want wanneer je helemaal niets kan weten over God dan kan je ook werkelijk niets zeggen over het bestaan van God.

Ik ben zo’n agnost die gelooft dat niemand het laatste woord heeft over het bestaan van God. Ik vermoed dat een onpersoonlijke God het universum zo slim in elkaar heeft gezet dat iedereen het bewijs van het bestaan van God kan zien en niemand het kan bewijzen. Iedereen is ook vrij om dit te ontkennen en er zich niets van aan te trekken. Daarmee is in principe ook liefde, vrijheid en evenwaardigheid gecreëerd. Het verklaart ook waarom er tegelijk in een God kan worden geloofd en onrecht kan worden ervaren. Ik ervaar en zie geen tegenspraak, maar een liefdevolle paradox. Ik erken ook dat ik daarvoor geen enkel bewijs heb en geloof dat niemand een sluitend tegenbewijs kan leveren.

In navolging van Spinoza geloof ik in een pantheïstische God die zowel permanent zichtbaar als onzichtbaar is. Het idee dat hogere machten zich van sturing onthouden kan worden gezien als een vorm van deism of pantheïsme, waarbij God of het goddelijke wordt gezien als de schepper van het universum maar zich niet actief bemoeit met de wereld. In deze visie wordt de mensheid gezien als vrij om haar eigen pad te kiezen, zonder dat er een hogere macht is die onze keuzes stuurt of bepaalt.
Sommige filosofen en theologen hebben betoogd dat een dergelijke visie van God en het universum meer recht doet aan de vrije wil en autonomie van de mens. Als er geen externe sturing is van een hogere macht, dan zijn wij vrij om onze eigen keuzes te maken en ons eigen lot te bepalen.

Hoe meer bewijs je zoekt en probeert aan te dragen hoe meer je weerstand oproept bij anderen. God wordt daarmee per definitie uit beeld verdrongen bij hen die vechten om de waarheid. Wie slechts zoekt naar het opruimen van onwaarheden in zichzelf, die draagt voor mij bij aan het uitdrukken van vrijheid en liefde, ondanks hun principiële ongrijpbaarheid. God laat zich horen in innerlijke rust en stilte, geduld en bescheidenheid en toont zich in synchroniciteit, dynamische en statische kwaliteiten.

Ik geloof in een onpersoonlijke God die geen haast heeft, die niet zozeer zes dagen over de Schepping heeft gedaan maar een stuk of zes overgangen heeft geschapen die het leven zoals wij dat nu ervaren mogelijk maakte. Het leeuwendeel hebben we al gehad en mogelijk gaan we nog een deel meemaken (intelligent design). Dat is voor mij doelgerichte evolutie. Van bewustzijn naar energie naar materie naar leven naar samenwerking naar samenleving naar hogere organisatievorm. In dat nog steeds voortgaande proces worden kwaliteiten als schoonheid, liefde en vrijheid gerealiseerd, tegelijk ongrijpbaar en voor iedereen beschikbaar. Dit proces kunnen wij mensen verder helpen ontwikkelen of verstoren, maar dan valt het leven terug naar een lager niveau zonder mensen en wordt het proces weer opnieuw opgepakt en opgezet zonder haast.

Elk levend wezen mag er zijn (heeft een intrinsiek recht op vrijheid) en mag proberen bij te dragen aan de evolutie. Er is geen moeten, want er is in principe vrijheid en liefde beschikbaar voor iedereen. Aan het evenredig verdelen en bewaken voor iedereen, mens en dier, moeten we nog (verder) werken.
 

Lees ook Titus Rivas in "Waarom het absolute agnosticisme over het bestaan van een theïstische scheppergod geen rationele positie is".

Uit een boek van Bruno Borchert over mystiek.
William James zegt van zichzelf:
'hoewel ik zo'n mystiek godsbewustzijn in de meer directe en sterke betekenis niet bezit, toch is er iets in mij wat reageert wanneer ik anderen daarover hoor spreken. Ik herken een diepere stem. Er is iets wat me zegt: daar zit waarheid in …. Ik ben zozeer uit het christendom weggegroeid dat een uiting van mystiek die daarin gevat zit, er eerst weer van losgemaakt moet worden - ik moet door die verstrengeling héén geraken - voor ik kan luisteren. Noem dit als je wilt, mijn mystieke kiem. Het is een heel gewone, veel voorkomende kiem'.

Theoloog die van zijn geloof viel

In het magazine Volzin wordt het overlijden herdacht van theoloog Harry Kuitert (1924-2017): ‘Nee, nee, nee, ik geloof niet in God’.

Een paar citaten.
Theologie levert kennis op over ‘een wezen genaamd God’. Zó hebben de godgeleerden het de eeuwen door gezien. En zo zien de meesten van hen het nog steeds. Maar die gedachte klopt niet, zegt Kuitert. “Alle spreken over Boven komt van Beneden, ook de uitspraak dat het van Boven komt”, aldus de beroemde oneliner waarmee hij reeds jaren terug de centrale idee achter zijn visie op de christelijke geloofsuitspraken verwoordde. Nu trekt hij de consequentie voor de theologie: die levert geen kennis op over God als ware God een realiteit buiten ons, maar informeert over wat mensen over zichzelf denken en zeggen wanneer ze over God spreken.
Nog zo’n stelling waarover de theologen het altijd eens zijn geweest. “Kennis gaat over wat bestaat, anders noemen we het fictie”. Dus meenden ze dat God bestond, want ze hadden er kennis van. Kuitert kwam een tijd geleden al tot precies de tegenovergestelde gevolgtrekking: ‘God is niet van kennis, maar van verbeelding’.
“God is een gedachte van mensen”. Met dit inzicht bevrijdde Nederlands best verkopende en meest omstreden theoloog Harry Kuitert zichzelf van “een hoop trammelant en gespletenheid”, zo zei hij in 2011 in Volzin. Het geloof in hemel en hiernamaals had de toen 86-jarige godgeleerde verlaten.
Tot zover Volzin.

Kuitert heeft veel boeken geschreven over zijn veranderende inzichten in religie. Vlak na de watersnoodramp in 1953 in Zeeland werd hij daar predikant. Hij kon het zien van veel onrecht en rampen op de wereld niet verenigen met het bestaan van een God. Dit was de start van zijn twijfel die uitmondde in steeds meer afstand van het beeld dat mensen van God schetsten en dat uiteindelijk ertoe leidde dat hij van zijn geloof in God viel.

Er zijn een tweetal overwegingen die ingaan tegen de conclusie van Kuitert dat God niet bestaat.
  1. Van God en de menselijke ziel wordt gezegd dat deze afzijdig en zonder oordeel afwachten tot zij worden erkend en ingeroepen.
  2. God kun je niet alleen zien als bron van liefde, maar ook van vrijheid. Zonder liefde geen vrijheid en zonder vrijheid geen liefde. De mens (en ook een dier) is niet werkelijk vrij wanneer dat niet samengaat met het bestaan van onrecht, pijn en overige ellende.
Veel mensen zouden vrijheid willen inruilen wanneer dat onrecht of onveiligheid zou voorkomen. Maar tegelijk ontneemt het dan onze eigen verantwoordelijkheid in het voorkomen daarvan. Je kunt je lot in God's handen leggen, maar voor je handelen ben je altijd verantwoordelijk.

Het wel of niet bestaan van God gaat onze voorstellingsvermogen te boven. Je kunt daarom –gek genoeg- niet stellen dat Kuitert ongelijk had in zijn opvatting dat God niet bestaat.
De apofatische theologie, tenslotte, stelt dat we God het beste benaderen langs de weg van negatie en ontkenning van alle positieve beweringen over hem. God overtreft namelijk onze gedachten, voorstellingen en taal zozeer, dat we hoogstens kunnen zeggen wat hij niet is; pogingen om te zeggen wat hij is kunnen leiden tot het scheppen van afgoden.
God heeft geen vorm en geen buitenkant.
Het idee is dat God zo transcendent en onbegrijpelijk is dat menselijke taal en begrip tekortschieten om God volledig te beschrijven.
Wat meer zin heeft is om te leven naar de intentie van het universum. Hoe wij die bedoeling inschatten zou uiteraard ten alle tijden kritisch bezien moeten worden. Zolang onze visie leidt tot een positieve intentie naar de wereld is niemand van God los.

De boeken van Harry Kuitert

Diepte zien in de werkelijkheid

Er is meer tussen hemel en aarde, maar kun je dat ook waarnemen?
Ik ga er vanuit dat de wereld naast lichaam en geest zich in nog meer manieren aan ons kan manifesteren. Wetenschappelijk bewijs daarvoor is dun, maar in dit artikel gaat het meer om wat je er mee zou kunnen. Voorzichtigheid ten aanzien van conclusies over de waarheid blijft geboden.
Sommige "geesten" accepteren alleen tastbare zaken, zij willen niets anders zien dan de materiële wereld. Het zijn als het ware fysische monisten. Ruimdenkende geesten zijn er in allerlei soorten en maten, nuchter en zwevend. De meest lichtvoetige denkers zijn bereid om tot zeven lagen (lichamen, energieën) te zien in de werkelijkheid.
Over (on)sterfelijkheid van de niet materiële lagen en hoe het "technisch" werkt wordt geen uitspraak gedaan. De veronderstelde functie is verbinding met bronnen van informatie, wijsheid en kennis, zoals Akasha-veld, het morfogenetische veld, nulpuntenergieveld, collectief onbewuste, Meer aller Möglichkeiten, het ware zelf, Het Hogere Zelf, e.d..

Uit het eerste van een viertal interviews door Patrick Kicken met Frans Langenkamp.


De bron van ons ik-besef is het ware zelf, dat zich uitdrukt in 7 lichamen, aldus Langenkamp. Iets eenvoudiger ingedeeld is de indeling in 3 niveaus: lichaam, geest en ziel oftewel materie, energie en bewustzijn. Alle onderdelen vormen één geheel. Je bent (bewustzijn) en je hebt zeven lichamen.

          Lichaam
  1. Het grofstoffelijk lichaam, het aardse lichaam, is gemaakt van gewone materie. We hebben dat lichaam, maar zijn het niet. “Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren” vertaalt Langenkamp als “Stof is het lichaam en tot stof zal het wederkeren en gij zijt onsterfelijk bewustzijn”.
  2. Het fijnstoffelijke lichaam of vitaliteitslichaam (etherisch) omhult het vlees-hemd (Gothisch: 'lic-hamo’). De fijnstoffelijke levenskracht (prana of ki/chi) doordringt het lichaam.

    Geest
  3. Het emotionele lichaam (astraal), daar waar gevoelens en emoties leven.
  4. Het mentale lichaam, de gedachtewereld (mind, manas) die ook gevoelens oproept en onze vitaliteit beïnvloedt.

    Ziel
    onderverdeeld in 3 “licht of subtiele” lichamen.
  5. Wijsheidslichaam, het kennis of weten-lichaam.
  6. Ego-lichaam met ik-besef (identiteit, relatieve persoonlijkheid).
  7. Gelukzaligheid lichaam ("de zevende hemel").

In tabel gezet en geleend (aangepast) van zijn site (selfrealisation.net):


LichaamChakraErvaringElementZintuig

Fysiek lichaamWortel chakraIk beweegAardeReuk

Etherisch lichaamHeiligbeen chakraIk ben vitaalWaterSmaak

Astraal lichaamNavel chakraIk voelVuurGezicht

Mentaal lichaamHart chakraIk denkLuchtTast

WijsheidslichaamKeel chakraIk weetRuimteGehoor
Sat

Ego lichaamVoorhoofd chakraIk besefManasIntuïtie
Chit

GelukslichaamKruin chakraIk benZijnBewustzijn
Ananda

In een interview met het Boeddhistisch Dagblad zegt hij:
Bewustzijn doet zich voor in drie aggregatie toestanden.
  1. Bewustzijn in zijn zuivere vorm is het absolute gelukzaligheid bewustzijn, dat in de vedische wetenschappen Sat Chit Ananda, genoemd wordt; de essentie van al wat is, was en zijn zal. Deze essentie van het bestaan noem ik graag ‘het ABC des levens’ – afgeleid van ‘Absolute Bliss Consciousness’.
  2. Bewustzijn in beweging – in vibratie – is energie.
  3. Bewustzijn dat een vorm heeft aangenomen is materie.

Zijn, bewustzijn, en gelukzaligheid: Sat Chit Ananda, worden als een bij elkaar horend geheel ervaren en niet als afzonderlijke eigenschappen van het Zelf.
Alles wat we doen of laten is om ons (weer) gelukkig te voelen, om meer voldoening te ervaren. Je hebt daarvoor contact met jezelf (Ware of Hogere Zelf) nodig. "Voorbij het ego, daar is het Zelf".
Het geluk wil zich manifesteren, wil gedeeld worden in de vorm van liefde.
Het is het bewustzijn dat waarneemt door middel van de zintuigen en wordt geholpen door de hersenen. Op het niveau van bewustzijn (onze essentie) zijn alle mensen (individuen) weer één. Bewustzijn is datgene wat zichzelf kent.
Tot zover een transcriptie van het interview.

Langenkamp noemt naast intuïtie ook bewustzijn als zintuig, -begrijpelijk- want beide leveren input op voor de hersenen. Waar mensen het hart associëren met voelen, plaatst hij de 'ervaring' "ik denk". Het onderscheid tussen de rijen is geen grens, zoals ook de lichamen niet werkelijk te onderscheiden zijn.

Wat heb je aan de visie over zeven lichamen?
Volgens Frans Langenkamp en de Advaita Vedanta, die hij heeft bestudeerd, is het goddelijke bewustzijn eeuwig(durend). Het is. Het was er al 14 miljard jaren geleden ten tijde van de Big Bang. Direct na deze explosie is energie ontstaan en die is 4,5 miljard jaren geleden gematerialiseerd tot de aarde en vervolgens tot leven. Of het leven bij toeval ontstond of het gevolg is van een goddelijke vonk is eigenlijk voor ons nu niet zo relevant, wel interessant.
De subtiele lichamen verklaren paranormale verschijnselen als onsterfelijke “levensvormen” na de dood en bijna-dood-ervaringen. Je hebt deze inzichten voor het gewone leven niet echt nodig. In die zin is het monisme van de non-dualiteit –dat alles één is- evenwaardig aan het fysisch monisme, dat alleen de aardse materiële werkelijkheid aanvaardt. Het non-duaal bewustzijn is alles omvattend. Bewustzijn is de essentie van onze ziel; bewustzijn is ons ware zelf en onze gemeenschappelijke essentie.
Wat deze visie voor mij verheldert is de uitspraak “vanuit het hart leven”. Dit zinnetje wordt vaak door vrouwen aan mannen gezegd omdat zij weg willen van de cerebrale benadering. In het schema van Langenkamp kun je “vanuit het hart leven” zien als het gelijk wegen van verstand, gevoel en intuïtie. Je kunt je op alle zeven lichamelijk niveaus tegelijk en vrij bewegen en je hoeft om gelukkig te zijn geen andere moeite te doen dan blokkades weg te nemen.
Wie deze weg volgt, zal er alleen beter van worden, wanneer hij bereid is tot radicale evenwaardigheid, door alles en iedereen open en zonder oordeel tegemoet te treden.

Alle zeven lichamen zijn in beweging of in ontwikkeling en de aard van haar (on)vergankelijkheid verschilt.  Een deel van die ontwikkeling kunnen we ervaren, maar we moeten ons erbij neerleggen dat er ongrijpbare elementen overblijven die we alleen kunnen beleven wanneer we ze loslaten.
Er is onderlinge samenwerking in de vorm van chakra’s; meridianen (nadi’s); aura’s; yin en yang; hartcoherentie; hersengolfcoherentie; en het hara punt.

Tot zover Frans Langenkamp.

Robert Bridgeman onderscheidt vier lichamen: het fysieke, het etherische, het mentale en het spirituele lichaam. Een goede balans kan het verschil maken tussen een zwaar en een licht leven. De vier lichamen zijn samen een energieveld. Alleen het fysieke lichaam is empirisch of zintuigelijk vast te stellen.

Energie kan niet worden gecreëerd of vernietigd. Het manifesteert zich op verschillende frequenties en we hebben er interactie mee op verschillende niveaus.

De wetenschap beperkt zich tot de fysieke wereld en fysieke energie. Metafysica valt er net buiten, het ontstijgt het onderzoekbare, zo je wilt. Hoogstens kan worden onderzocht hoe mensen omgaan met opvattingen erover.

Emotionele energie in het etherische lichaam wordt gevormd door gevoelens in het lichaam die worden geproduceerd door biochemie, zoals hormonen. Deze fysieke energie is niet waarneembaar met onze zintuigen.

Geestelijke energie in het mentale lichaam wordt gevormd door gedachten in de hersenen die door neurochemie worden geproduceerd en die impulsen in staat stellen om over synapsen te springen. Deze zijn nog minder tastbaar in het lichaam omdat ze in de hersenen voorkomen. Ze zijn verantwoordelijk voor het triggeren van de biochemische reacties van emoties.

Tenslotte is er metafysische energie in het spirituele lichaam, die zich niet in het fysieke manifesteert - en dus niet kan worden ervaren door het lichaam, de emoties of de geest. Voorbeelden bestaan ​​daarom niet als iets dat in woorden kan worden uitgedrukt, maar kan worden beschreven als mystiek of wonderbaarlijk.

Metafysische energie is zo verfijnd dat de overdracht moet worden vertraagd om neurologisch als gedachte in contact te komen met het menselijk brein. Het vertraagt ​​verder om als emotie contact te maken met de menselijke biochemie. Het vertraagt ​​nog verder om als lichamelijkheid met de 5 zintuigen van het lichaam te communiceren. Het bestaan ervan kan worden ervaren, aangenomen of afgeleid, maar niet worden bewezen, laat staan afgedwongen. Het is het gebied van het vormloze hogere bewustzijn of Hoger Zelf: universeel en onsterfelijk. Het is dat wat ons allemaal verenigt.

Voor spirituele ontwikkeling beveelt Bridgeman het boeddhistische achtvoudig pad aan.

Lees ook: Boeken van Robert Bridgeman.

Deepak Chopra onderscheidt een wel (individueel) en niet plaatsgebonden geest.
“Door zijn aard maakt de plaatsgebonden geest voortdurend onderscheid tussen ons en de rest van de schepping. De niet-plaatsgebonden geest – het universele bewustzijn - daarentegen is zuiver ziel, zuiver geest. Hij opereert buiten de begrenzingen van de normale tijd-ruimtelijkheid, is de ordende en verbindende kracht in het universum en kent geen beperkingen in ruimte en tijd. Door zijn aard verbindt de niet-plaatsgebonden geest alle dingen – omdat het alle dingen is. Hij vraagt niet om aandacht, energie of goedkeuring, is inherent één en trekt daarom liefde en acceptatie aan. Hij is immanent creatief, vormt de oerbron van alle creativiteit”.

Chopra onderscheidt zeven bewustzijnstoestanden. De vijfde toestand wordt kosmisch bewustzijn genoemd omdat je bewustzijn het vermogen heeft gelijktijdig in de plaatsgebonden en niet-plaats gebonden dimensie te verkeren. Wetende (en dus erkennende) dat je verbonden bent met niet-plaatsgebonden intelligentie begint synchroniciteit zich werkelijk te manifesteren.

Lees ook: Boeken van Deepak Chopra.

Jan Geurtz schrijft in zijn boek "Verslaafd aan denken. De weg naar verlichting en levensgeluk" over bewustzijn en materie dat het twee verschillende verschijningsvormen zijn van een derde, onderliggende werkelijkheid.  We hebben de neiging om de twee als gescheiden en onafhankelijke entiteiten te zien. Op het allerdiepste niveau is de werkelijkheid bestaande uit abstracte, maar levende potentialiteit en vormt het de bron van alles.
We kunnen het bestaan daarvan slechts benaderen door te omschrijven wat ze niet is (via negativa) en via analogieën en symbolen. We kunnen proberen het rechtstreeks te ervaren en dan geldt het vooral voor onszelf als bewijs. De werkelijkheid is noch objectief en werkelijk bestaand, noch subjectief en niet-bestaand. Ze kan niet logisch vastgesteld worden, noch ontkend. Zie ook bij de labels neti neti. Een fysisch monist kan hier waarschijnlijk niets mee en dat is ook niet nodig.

Lees ook: Boeken van Jan Geurtz.

Wie bovenstaande visies naast elkaar z(i)et kan niet anders concluderen dan dat er geen overeenstemming is over de aard van de metafysica. De eerste zin van dit artikel blijft staan.

Leven na de dood, hoe bestaat het?

Descartes wilde zijn bestaan aantonen door te stellen dat hij dacht. Cogito, ergo sum. Ik denk, dus ik ben. Er zullen weinig mensen zijn die twijfelen of zij bestaan. Het andere uiterste is denken dat je eeuwig bestaat en niet echt kunt sterven. De eerste vorm van moeilijk doen heet filosoferen, de tweede vorm van gemakkelijk doen noemen we magisch denken. Gelukkig bewegen de meeste mensen hier tussenin.

Sommige mensen kunnen niet geloven dat een mens nooit eerder heeft geleefd. Zij gaan er vanuit dat zij een vorige leven hebben gehad en dat hun ziel voort bestaat na de dood.

Geloven in illusie

In non-dualistische filosofieën wordt gesteld dat de scheidingen die we waarnemen tussen individuen en de wereld om ons heen illusoir zijn. Het idee is dat alles deel uitmaakt van hetzelfde fundamentele bewustzijn of de universele werkelijkheid. In die zin wordt gezegd dat een individu nooit echt "geboren" wordt als een afzonderlijke entiteit, omdat het altijd al deel heeft uitgemaakt van het grotere geheel.

Leven en Dood als Continuüm

Vanuit dit perspectief wordt gekeken naar het leven en de dood als onderdeel van een continuüm. In plaats van te denken aan geboorte en dood als strikt afgebakende gebeurtenissen, wordt de nadruk gelegd op de voortdurende stroom van bewustzijn en het idee dat bewustzijn niet wordt vernietigd bij de dood, maar zich op een andere manier voortzet.

In een van zijn lezingen vertelt Osho (Bhagwan) over de schijnbare verschillen die er bestaan tussen de opvattingen van Jezus, Mohammed, Boeddha, Mozes en andere religieuze leiders over reïncarnatie. Het ene geloof stelt dat de ziel bestaat en opnieuw geboren wordt, het andere niet of spreekt er niet of nauwelijks over (bijvoorbeeld Jesus).
Volgens Osho denken alle gelovige leiders dat reïncarnatie bestaat, maar hebben zij verschillende strategische redenen om er wat anders over te zeggen of erover te zwijgen. Wat al duizenden jaren geleden geconstateerd werd is dat wanneer mensen denken dat huidig leed het gevolg is van daden uit een vorig leven dat veel mensen met dat lijden van anderen geen compassie hebben. Onder het mom dat je in een volgend leven een herkansing krijgt, lieten mensen verbeteringen in hun eigen gedrag na.
De schijnbare verschillen in de uitwerking van de religies hebben bij de volgelingen van de religieuze leiders door de eeuwen heen bijgedragen aan machtsstrijd.

De Dalai Lama is onderwerp geworden van politiek getouwtrek over zijn opvolger. In de Tibetaanse traditie wordt een religieuze leider opgevolgd door zichzelf in een volgend leven. De Dalai Lama wordt beschouwd als een bodhisattva. Dat is een wezen die het Ontwaken (verlichting) heeft bereikt, maar besluit na zijn dood terug te keren om anderen te helpen op hun beurt te ontwaken. Een bodhisattva heeft edele bedoelingen en is niet uit op de macht.
Na het overlijden wordt gezocht onder kinderen die opvallen door uitspraken die doen denken aan de overleden leider. Die kinderen worden gezocht onder bepaalde families in Tibet. Vanwege de winst in status ligt magisch denken en manipulatie op de loer. Of het aangewezen kind letterlijk de reïncarnatie van de vorige voorganger is, zullen slechts weinigen betwisten. Het doet er ook niet zoveel toe, want het gezochte kind krijgt een gedegen religieuze opleiding.
Sinds Tibet valt onder de Chinese overheersing, heeft de Dalai Lama aangekondigd niet meer te reïncarneren en heeft China geëist dat hij in China zou reïncarneren. Een tamelijk absurde situatie die laat zien dat opvattingen over reïncarnatie niet neutraal zijn en bijdragen aan politieke discussies over invulling van het geloof en aan machtsstrijd.

Dominee Hans Stolp heeft een boek geschreven met als titel “Waarom wij naar de aarde kwamen”. Het is volgens hem een boek voor kinderen van 10 tot 100 jaar. Volgens Stolp bestaan wij voor onze geboorte op aarde ergens in het universum als lichtwezens in een zuiver positieve omgeving, waar het leven paradijselijk is. We komen naar de aarde om te leren en gaan na onze dood weer terug. Doodgaan is als het uittrekken van een jas. We begraven of cremeren die jas en het lichtwezen verschijnt af en toe om nabestaanden ter zijde te staan, aldus Stolp.
Het leven van de lichtwezens klinkt te mooi om waar te zijn. Alleen maar positief leven daar leer je niets van, alleen maar negatief leven bestaat niet. Het leven op aarde is balanceren tussen positiviteit en negativiteit. Het negatieve maakt functioneel ruimte, zodat het positieve kan bestaan. Leven (zonder machtsstrijd) gaat gemakkelijker wanneer we telkens terugkeren naar die balans.
Het is maar de vraag of kinderen wel gebaat zijn bij het verhaal van Hans Stolp over levens voor en na het aardse bestaan. Het draagt niet bij aan vrijheid en leven in het nu.

Magisch denken

Van ongeveer het derde tot het zesde levensjaar gaan kinderen de fase van magisch denken door. Veel kinderen zien lichtwezens, engelen of overleden mensen. Een deel van die kinderen is paranormaal begaafd. Dat kan zowel bij hunzelf als bij hun ouders verwarring wekken. Een paar maken melding van een vorig leven. Wanneer dit niet onderdrukt en zonder oordeel aangehoord wordt, verdwijnt dit fenomeen uit het kinderleven. Kinderen, die dit niet goed een plaats geven, kunnen tot op hoge leeftijd blijven worstelen met hun ego en macht.

Of reïncarnatie nu wel of niet bestaat en kan worden herinnerd, het leven begint voor de meeste kinderen met een geheel nieuwe start en een schone lei, al begint vrijheid wat later bewust te worden.
Er is niets mis mee om af en toe te dromen en je fantasie uit te leven. Zolang je maar kunt schakelen tussen droom en werkelijkheid en geen verantwoordelijkheid ontloopt in het ontwikkelen van vrijheid. Het gaat om ontwaken in non-duaal bewustzijn. De behoefte om te fantaseren over een alleen maar positieve wereld verdwijnt dan vanzelf.
Hoe "ongeloofwaardig" het ook klinkt, 100% zekerheid over religieuze waarheid in het bestaan is niet nodig om het goed te kunnen leven.

Mystiek is het ongrijpbare respecteren, magisch denken is het je toe-eigenen. Het is een kinderlijke onvolkomenheid van het ego.

Klik op de links in de tekst of op de labels onderaan voor een uitwerking van deze gedachte.

Zie ook Groundhog day, over de kans om elke dag opnieuw te beginnen en zo het wezen van liefde te leren.

Over advaita luisteren op de radio

Rinus van Warven interviewt Erik van Zuydam en Hans Laurentius.

Erik van Zuydam kan goed verwoorden wat Advaita en non-dualiteit behelst.

Gedachten komen op en gaan in het bewustzijn. Bestaat er wel een "ik" of "ego" of "vrije wil"?

Voor wie er liever over hoort dan erover leest.

Soundcloud "in de Lotusvijver".

Gaat alles echt vanzelf wanneer iets eerst verschijnt als hersenactiviteit en pas later bewust wordt?

Willen we wel echt wakker worden of alleen een leukere droom?

Wie durft zijn of haar ik over te geven?

In het tweede deel spreekt Hans Laurentius over het "verzonnen ikje".

Er is geen waarnemer, maar alleen het proces van waarnemen, beweging van/in bewustzijn. De afgescheidenheid is een ego-illusie. Niet geloven in eenheid maar realiseren van niet-twee.

Uw wil geschiedde

“Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel”

Het is een regel uit het Onze Vader dat in de loop der tijden miljarden malen moet zijn gepreveld. Een oplettende lezer zal zien dat er een spelfout zit in de titel. "Geschiede" is een sporadisch gebruikte werkwoordsvorm, de aanvoegende wijs (conjunctief), "geschiedde" is verleden tijd, geschiedenis.

Er zijn vele vormen van geloven, een paar typeringen.
Je hebt mensen die denken dat je een God kunt inzetten voor het behartigen van de eigen belangen. Ze bidden dan ook om iets te krijgen. Je hebt gelovigen die God vrezen en proberen hem gunstig te stemmen. Je hebt gelovigen die gewoon zo opgevoed zijn en er verder niet zo bij nadenken. Zij volgen de rituelen en zeggen regelmatig een gebed op. Een ander heeft een gesprek met God waarin de meest intieme zaken worden gedeeld. En dat werkt op zich bevrijdend.
Geen wonder dat God het verder wel gelooft en het laat bij een doodse stilte. Het gaat vanzelf.

'Stilte is de taal van God. Al het andere is slechte vertaling',
Rumi.

Het maakt voorgangers en priesters niet zo veel uit waarom je gelooft. Het is misschien ook wel zo handig om een eindeloos gesprek te voorkomen wanneer niemand kan bewijzen wat nu de wil van Allah of Gods of wie of wat dan ook zou moeten zijn.

Wat je gelooft is vooral een persoonlijke interpretatie. Ik geloof wat ik zowel in mijn hoofd als in mijn hart en buik als waarheid ervaar. Ik noem mijzelf een dubbele agnost. Daarmee wil ik aangeven dat ik niet vind dat het bewijs voor het wel of niet bestaan van een God wetenschappelijk kan worden aangedragen. Het bestaan en de natuur zou je met even veel gewicht kunnen zien als bewijs voor het niet bestaan van een almachtige God (maar een schitterend toeval) als dat het een bewijs is van een zeer doordachte schepping. De schijnbare onzichtbaarheid en ongrijpbaarheid van God zegt mij vooral dat je niet eindeloos moet doorgaan met zoeken. Atheïsme en geloof zijn voor mij evenwaardig.
Het willen switchen tussen jezelf verbergen en zichtbaar worden zie ik in mijzelf, in anderen en in het wel of niet zichtbaar zijn van goddelijkheid. In gesprekken met anderen kan ik mijzelf ontwikkelen en het goddelijke verschijnt tussen individuen.

Hoe verhouden ego en ziel zich tot elkaar?

De ziel wordt vaak gezien als het spirituele of onsterfelijke deel van een persoon dat een diepere betekenis en doel in het leven vertegenwoordigt. Sommige mensen geloven dat het mogelijk is om contact te maken met de ziel door middel van meditatie, gebed, introspectie of andere spirituele praktijken.
Het ego daarentegen verwijst meestal naar het deel van de persoonlijkheid dat betrokken is bij het bewustzijn van de eigen identiteit en het behoud ervan. Het kan zich uiten als de behoefte aan erkenning, controle, macht en status.
Hoewel het ego en de ziel verschillende aspecten van de menselijke ervaring vertegenwoordigen, zijn ze niet per se tegenpolen. In plaats daarvan kunnen ze worden gezien als complementaire aspecten van de persoonlijkheid die samenwerken om een evenwichtige en gezonde persoonlijkheid te creëren. Het is mogelijk om je ego te gebruiken om je doelen te bereiken terwijl je tegelijkertijd verbonden blijft met je ziel en je innerlijke waarden.
Bescheidenheid wordt vaak geassocieerd met spirituele ontwikkeling, maar het kan ook worden gezien als een deugd die wordt gewaardeerd in veel culturen en filosofieën. Het kan worden gezien als een manier om respect te tonen voor anderen en jezelf niet boven anderen te plaatsen. Het kan ook een manier zijn om nederigheid en dankbaarheid te cultiveren voor wat je hebt in plaats van altijd meer te willen.

Tot een balans komen

Ik probeer het verband en midden tussen het positieve en het negatieve te zien. Ik onderzoek de werking van begrippen als gezag, macht, kracht, potentie, potentiaal en potentialiteit. Ik bezie ze als een spanningsveld dat iets wezenlijks kan oproepen. Het verschil tussen gezag en met macht is dat mensen met gezag zich bewust lijken te zijn dat zij weten wanneer te doen en wanneer te laten. Dat "dwingt" respect af.
Dualiteit onthullen en balanceren om non-dualiteit tot zijn recht te laten komen.
Ontregelende humor als geweldloos wapen in de strijd om serieuze zaken liefdevol te beslechten, waarbij de bevrijdende lach haar werk ongemerkt kan uitvoeren.
Woorden vangen niet het ongrijpbare, maar verbeelden in de communicatie het ont-vangen en ont-moeten.

Mijn beeld van een hogere macht is voor mij niet het beeld van een mens (lees: vader of iemand op een troon) en niet een hoger niveau, hoogstens een andere dimensie. Elk levend wezen zou een vorm kunnen zijn waarin iets goddelijks is uitgedrukt en aanwezig is. Het menselijke ego kan een verbinding met andere wezens en ook die hogere macht belemmeren. Ik acht het best denkbaar dat een paradijselijk wereld (non-dualiteit) ook realiteit kan zijn wanneer mensen stoppen met het oordelen over elkaar en elk levend wezen met respect benaderen. Respect betekent voor mij een spanningsveld, namelijk het tegelijk betrokken zijn en de juiste afstand bewaren.
Ik zie het ego ook als stoorzender, bron van dualiteit, als de kameel die te groot is om "door het oog van de naald te gaan". Wie een stapje terug doet, ziet "meerdere wegen naar Rome" en "wie het kleine niet eert is het grote niet weerd'.

Een zinnetje als “Uw wil geschiede” kan dan voor mij deze aanbeveling betekenen: laat het goddelijke wat in elk levend wezen aanwezig is tot uitdrukking komen. Ik vind het van belang dat de functie en werking van mijn ego en van anderen wordt doorzien. Zodat werkelijke verbinding en synchroniciteit tot stand en tot leven komen in vrijheid en evenwaardigheid, telkens opnieuw uitgevoerd en er zin kan worden uitgewisseld, gekregen en gegeven.

Je ne suis pas Charlie

Terreur slaat dood, letterlijk en figuurlijk. Wie met terreur wordt geconfronteerd heeft even niet de tijd en rust om adequaat te reageren. Bij kleine gespannen situaties schiet je soms een humoristische reactie te binnen, die de spanning ontlaadt, maar wanneer het gaat om gewelddadige handelingen voort komen uit religieuze overwegingen moeten we voorzichtiger zijn.
Emoties strijden om voorrang: stel ik een daad of accepteer ik ontzetting en verdriet? Er is niet één woord om wat er in je omgaat uit te drukken.
De een gaat uit solidariteit met de vermoorde redactieleden lopen met de leuze “je suis Charlie” en een ander maakt een tweet of een Facebookpagina met “#nietmijnislam”. “Je suis Charlie” is positief (het is “iets wel”, bijvoorbeeld solidariteit) maar weinig zeggend. Geef je daarmee aan dat je het met alles van het satirische blad eens bent? Weet je wel genoeg over hun opvattingen? Vermoedelijk niet, maar vermoord worden om jouw mening gun je niemand.
“Niet mijn islam” is negatief (in de zin van “het is iets niet”) maar wel veelzeggend. Het is veelzeggend, omdat hoe iemand zijn religie beleeft een persoonlijke zaak is, waarvan je vindt dat het niet een ander dwingend kan en mag worden opgelegd. En dat druk je bijvoorbeeld uit met “terreur is niet mijn religie”.

Over het motief van de terroristen kun je zeggen dat het (ondanks hun claim dat zij verbonden zijn met een terroristische organisatie) vooral een persoonlijke daad is. In de claim zit een poging tot rechtvaardiging van de daad. Het is een "ego ding", een vage aanduiding van het fenomeen dat mensen dingen zeggen en doen vanuit een verondersteld ego.
Er is te veel overlap met religie om deze bron van motivatie niet te negeren. Het mag zo zijn dat de "ware islam" dit soort daden niet aanmoedigt, het zijn "onware vertegenwoordigers van de islam" die mensen aanmoedigen om de Koran zo uit te leggen dat terreur gerechtvaardigd lijkt. En dat geldt voor alle religies. Religies beogen te verbinden, niet te verblinden en te verstikken.
Je kunt vinden dat terroristen een gewelddadige dood verdienen, maar dan is het onmogelijk om later de vraag te stellen naar het motief. Daders mogen zwijgen en sommigen doen dat heel lang, maar daders die tot het inzicht komen dat geen enkele overtuiging geweld rechtvaardigt, zouden de samenleving toch helpen met het accepteren van afwijkende meningen en culturen. Het zou ook bijdragen aan begrip van het proces van misleiding. Nu de daders dood zijn kan iedereen zijn eigen interpretatie van het motief tot geweld projecteren op de gijzelnemers. Het gevaar is dat gelovigen uit subculturen het slachtoffer worden van het onvermogen om dit leed te benoemen of het onmogelijk maken een genuanceerde reactie te geven.

Bij terreur en heftige emotionele gebeurtenissen kun je niet direct optimaal communiceren. Een stille tocht is dan logisch. Woorden schieten tekort, je bent sprakeloos en voelt je machteloos, maar wilt wel wat doen. Applaudisseren is vreemd en ongemakkelijk. Slachtoffers helden noemen is over de top.
Het is de kunst om ook na verloop van tijd, wanneer je de woorden wel te beginnen op te komen, de moed te verzamelen om een constructief gesprek te voeren. En dat hoeft helemaal niet alleen op fora waar wereldproblemen worden besproken, het kan ook in het gewone leven door het inzicht te integreren in de manier waarop we onze mening geven, namelijk door bij absolute oordelen weg te blijven.
“Het is niet wit, het is niet zwart, maar in de kleur van mijn hart” (tekst Frank Boeyen). In deze tekst komt iets wezenlijks naar boven door het juist niet te benoemen.

Een goede God is niet nodig

Is het gegeven dat er veel menselijk leed is in de wereld een bewijs dat er geen goede God is?
Uiteraard is dat het bewijs, maar dat wil niet zeggen dat God of Allah, of om het even welke hogere macht dan ook, niet bestaat. Kunnen we accepteren dat er een macht zou kunnen bestaan die niet oordeelt?

Bij de vraag of God bestaat is vooraleerst van belang wat wij onder God verstaan. Is God een persoon, omdat bidden anders geen zin heeft? Is God degene die de evolutie op gang heeft gebracht? Zat God achter de oerknal?
Het moge duidelijk zijn dat je eigenlijk nog niets weet wanneer je op deze vraag een bevestigend antwoord krijgt. Elk antwoord roept eindeloos vervolgvragen op.

Mathieu Weggeman. "Zou het nu ook niet zo kunnen zijn dat mensen niet voldoende verstand of een niet ver genoeg ontwikkeld bewustzijn hebben om te begrijpen aan welke orde zij zelf deelnemen? Er is ook geen mens die een roman kan schrijven waarin de hoofdpersoon intelligenter is dan de schrijver zelf. Graag daarom wat minder stelligheid en arrogantie en wat meer bescheidenheid in het debat over het al dan niet bestaan van God".

Mensen voor wie het in het leven niet meezit, vinden troost in de gedachte dat zij na hun dood opgevangen worden door een liefdevolle God in een hemel. Mensen die een Bijna-Dood-Ervaring (BDE) hebben gehad melden een liefdevolle ontmoeting met overledenen en hemelse toestanden, niemand meldt een ontmoeting met een God. Er is vermoedelijk meer tussen hemel en aarde en er is niets mis mee om te geloven.

De vraag of God wel of niet bestaat zal waarschijnlijk nooit definitief beantwoord worden. Zelfs wanneer religieuze voorstellingen of gevoelens kunnen worden opgewekt door hersenstimulatie wordt deze vraag daarmee niet beantwoord.
Dat is geen ramp. Het kan voor velen een geruststelling zijn dat God zich niet aantoonbaar bemoeit met de gang van zaken op aarde en niemands zijde kiest. Het betekent namelijk dat we vrijheid zouden kunnen hebben en niemand God kan claimen. Vele anderen zouden zich afkeren van religie omdat het geen zin lijkt te hebben om te luisteren naar geestelijken die beweren namens God te spreken. Vooral niet wanneer religies op een oneigenlijke manier proberen macht en controle uit te oefenen. Het is niet zo verwonderlijk dat er vaak oorlog is met die landen, waarin veel religieuze fundamentalisten wonen. Een fundamentalist is iemand die vindt dat hij zijn visie over het ware geloof aan een ander mag opleggen, desnoods met geweld. Geen wonder dat Allah of God zich niet direct laat kennen.
De geest van de 10 geboden, de grondwet en de ethiek is in grote lijnen gelijk: “mijn vrijheid houdt op waar die van een ander begint” en “doe niet aan een ander wat je niet wilt dat een ander jou aandoet”. Deze richtlijnen worden zowel binnen als buiten religies aangehouden. Er is consensus over de grote lijn van wat goed en fout is. Goed is wat de vrijheid van zoveel mogelijk betrokkenen vergroot. Hecht geen geloof aan iets wat niet bijdraagt aan vergroting van vrijheid en liefde.

Misschien heeft geloven in een God nog wel zin; geloven in een God die oordeelt en probeert onrecht te voorkomen, ontslaat ons wel erg gemakkelijk van de verantwoordelijkheid om zelf te waken en na te denken over goed en fout.
Het accepteren dat een goede God niet bestaat maakt het ook logischer om grenzen te stellen aan geloven (religies) die claimen God of Allah aan hun kant te hebben en vervolgens een ongelijkheid introduceren en zich boven een ander stellen.

Het maakt het ook gemakkelijker om mensen uit andere culturen te accepteren en te respecteren in hun geloof, zolang zij zich evenwaardig opstellen. Wanneer we ons zouden oefenen in het achterwege laten van veroordelen en oefenen in het evenwaardig behandelen van onze medemens dan verdwijnt vanzelf de behoefte aan een goede God.

De cijfers begin 2015.
Atheïst. Er bestaat geen God of hogere macht of kracht - 25%.

Agnost. Weet niet of God of een hogere macht bestaat - 31%.

Ietsist. Er moet iets zijn als een hogere macht of kracht - 27%.

Gelovige. God houdt zich met ieder mens persoonlijk bezig - 17%.

Voor zoekers, twijfelaars, gelovigen en atheïsten is onderstaand boek van Frédéric Lenoir zeer inzichtelijk. Als God bestaat, waarom is hij dan onzichtbaar? Wanneer duiken de eerste goden op in de geschiedenis? Hebben joden, christenen en moslims het over dezelfde God? Is God een persoon, een energie of een scheppingsprincipe? En als het een persoon is, waarom dan bijna altijd een man? Kan de wetenschap het bestaan van God bewijzen? Is het boeddhisme een religie zonder goden?
Een citaat uit God?
Wat Jezus betreft kwam verlossing voort uit gebed en uit onze betrekking tot God. Hij wilde de mens opnieuw in contact brengen met zijn goddelijke oorsprong. Maar in navolging van bepaalde Bijbelse profeten bracht hij om te beginnen zijn discipelen een andere kijk op God bij, door hun te tonen dat zijn almacht als het ware onderworpen is aan zijn liefde en aan zijn absolutie eerbied voor de vrijheid van al zijn schepselen. Dat houdt in dat de menselijke wisselvalligheden niet meer mogen worden opgevat als goddelijke beloningen of straffen. God biedt de mens met zijn genade innerlijke ontferming, in plaats van de rechtvaardige voor elk bezoeking te behoeden of de zondaar voor zijn dwalingen met beproevingen te straffen. Daarom zal Hij ook niet in het reilen en zeilen van de wereld ingrijpen.

Twijfel die niet leidt tot wanhoop

Wie in een God gelooft en denkt dat hij met zekerheid antwoorden kent, loopt kans om absolutistisch te worden.
Twijfel is essentieel voor geloof. Zelf een agnost als deze spreekster gelooft in de kracht van twijfel.

Lesley Hazleton is Joodse biografe van Mohammed, de grondlegger van de islam. Tijdens haar studie van de overwegingen van Mohammed kwam ze tot het inzicht dat religieuze twijfel zo diep kan gaan dat mensen (zelf)moord overwegen. Dit inzicht gebruikt zij om zich te distantiëren van tegenwoordige fanatici die alleen wanhoop vergroten.

Ze hoopt fundamentele tegenstellingen tussen geloven en culturen te overbruggen. In deze Ted Talk spreekt ze over het belang van twijfelen.

Niemand kan het ongrijpbare grijpen

George Bernard Shaw: 'alle grote waarheden beginnen als godslastering'. Zowel God als de waarheid zijn ongrijpbare begrippen, maar met die aantekening is er veel nuttigs over te zeggen en te schrijven.
Neale Donald Walsch is de auteur van verschillende Gesprekken met God. Hij vat de boodschap van God samen als "Jullie hebben me helemaal verkeerd begrepen". Hiermee illustreert Walsch zijn eigen ongrijpbaarheid. Wie goed tegen deze vorm van humor kan, leest zijn boeken gemakkelijk weg.
Had hij echt een gesprek met God? In de eerste boeken wilde hij nog wel de indruk wekken, toen eenmaal de boeken begonnen te lopen, liet hij in latere werken die schijn steeds meer achterwege. Zijn inzichten zijn er niet minder indrukwekkend en leerzaam om. Dat zouden meer channelaars moeten doen.
De boodschap van God is de boodschap van Walsch en van de meeste mensen die van eenheid uitgaan en naar eenheid zoeken.

In 2013 en 2014 verscheen zijn trilogie Gesprekken met de mensheid, waarin hij geheel en al vanuit zijn eigen inzichten schrijft. Een deel van de 25 boodschappen van God (samengevat in Wat God zei) zijn de volgende.
  1. We zijn allen één. … Je bent een uitdrukking van God op aarde.
  2. Er is genoeg. … Het enige wat je moet doen is delen.
  3. Er is niets wat je moet doen. … Er is een hoop dat je zult doen, maar niets wat er van je vereist wordt.
  4. God praat met iedereen, altijd. … De vraag is wie luistert er?
  5. Er is geen Ruimte en Tijd, er is alleen het Hier en Nu.
  6. Liefde is alles wat er is.
Aan deze inzichten kun je zien dat hij gelieerd is aan het non-dualisme, het Taoïsme en het boeddhisme. Hij laat het Oude en Nieuwe Testament links liggen en propageert een nieuw evangelie en spiritualiteit.
Volgens Walsch denken we te veel in dyades. Een dyade is een groep bestaande uit twee personen. Zij is de kleinst mogelijke sociologische eenheid waarbij sprake kan zijn van interactie. Walsch noemt gewone tweedelingen ook een dyade: tweeledigheid, dualisme, tegenstellingen, dichotomieën, dilemma’s, etc.. Voorbeelden zijn goed-slecht, leven-dood, man-vrouw, warm-koud. Hij pleit voor het denken in triades via een begrip tussen de polen in. Een dyade slaat als het ware dood, een triade maakt beweging en ontwikkeling mogelijk. In twee dimensies zijn wij gevangen, in drie dimensies kunnen we vrij zijn. Er zijn dan cyclische herhalingen, maar er is ook groei mogelijk, als een spiraal die wentelt in een bepaalde richting.

Walsch gaat uit van het bestaan van de ziel naast lichaam en geest. Intuïtie zetelt in de ziel. De geest waakt over ons voortbestaan en kan een rechtstreekse weg naar de ziel openen. “De ziel stort zijn essentie uit –de ware essentie van haar zijn– en die essentie spreekt door jou, als jou. Dit manifesteert zich zonder enige moeite omdat het in feite is wie je werkelijk bent”.
In dit citaat stelt Walsch impliciet dat de ziel zowel een onderdeel van ons als van God is. Vandaar dat hij in gesprek met zichzelf met God kan “praten”. Elders schrijft hij "Ik weet wel dat de 'iemand anders' die dit boek geschreven heeft slechts een ander deel van mij is.
Walsch verandert respect voor God van vrees naar evenwaardigheid. Iedereen kan met God praten en niemand wordt uitgesloten. Hierdoor kan de liefde stromen, terwijl er een evenwicht is tussen betrokkenheid (liefde) en afstand houden (vrijheid). Zie ook de definitie van respect (via de labels onderaan).

Hoe kan jouw ziel worden benaderd?
Via meditatie.
Stap 1 is jouw geest zich op iets anders te laten concentreren. Dit vereist oefening.
Stap 2 is een ontwikkeling van een hunkering naar verbondenheid.
Stap 3 is vergroten van het bewustzijn.

De drie stappen worden door Walsch niet echt helder en daarmee bruikbaar beschreven.
Ook hij kan niet waarmaken dat je het ongrijpbare kan (be)grijpen.

De kracht van zijn boeken is dat religieuze en spirituele zaken gewoon en minder hoogdravend worden behandeld. De zwakte van zijn snelle producties is dat zijn boeken wel wat beter geredigeerd kunnen worden. Er is veel herhaling en er is veel gebruik van woorden als “de truc is”, “waar het op neer komt”, “begin met”, “het is simpel”, “de essentie is”. De stijl van Walsch lijkt op een reeks achtervolgingsscènes uit een film waarin bij elk volgend shot de achtervolger(s) weer wat achteruit zijn geplaatst en de achtervolgde net niet lijkt te worden gegrepen.

Een mooi citaat uit Het enige wat ertoe doet Gesprekken met de mensheid.
Als onderdeel van Gods "grootste" geschenk, namelijk vrijheid, kun je (het leven) met een schone lei beginnen (terwijl de ziel reïncarneert). Cursieve aanvullingen van mij.

Voor Walsch heeft de ziel een agenda en levert instrumenten om samen te werken met de geest. Deze instrumenten zijn de volgende.
Dankbaarheid maakt je in een oogwenk vrij van strijd en lijden.
Hercontextualisatie maakt je in een oogwenk vrij van boosheid en wrok.
Medeleven maakt je in een oogwenk vrij van zelfverwijt en gebrek aan eigenwaarde en van frustratie met anderen.
Vergiffenis maakt je in een oogwenk vrij van alle pijn, beschadigingen of verwondingen op enigerlei wijze uit welke bron dan ook.
Niets van dit alles zal gebeuren als je niet eerst volledig in bereidwilligheid stapt.

In de video (van één van zijn websites) demonstreert Walsch de werking van deze agenda en haar instrumenten'.
In de inleiding van "Wat God zei" maakt Walsch een politiek statement.
"Het is tijd dat we hier eerlijk zijn: niets werkt. En dan bedoel ik ook niets.
Geen enkel groot systeem dat we hier op deze planeet hebben opgezet functioneert zoals het hoort. Ons politieke systeem niet. Ons economisch systeem niet. Ons milieukundige systeem niet. Ons onderwijskundige systeem niet. Ons sociale systeem niet. En ons spirituele systeem niet. … Ze leveren een resultaat op waarvan we zeggen dat we het niet willen".
Tot zover een citaat uit de inleiding.

Volgens Walsch zijn bovengenoemde boodschappen bedoeld om alles te veranderen. Hij roept de lezers op om via een community op Internet met elkaar daarin samen te werken.

Misschien is daarom boodschap nummer 16 interessant.
"Zodra je iets afkondigt, zal alles wat tegengesteld is in die ruimte komen. Dit is de Wet van Tegengestelden die een Contextueel Veld produceert waarbinnen dat wat je wenst uit te drukken ervaren kan worden".
Het verhaal gaat dat God meer wilde doen dan alleen maar te bestaan en wenste Zichzelf te ervaren. Om dit te kunnen doen moest God iets ervaren wat Hij niet zelf was.

Het gevoel van eenheid met anderen kan worden bevorderd door je te verplaatsen in het standpunt van de ander. Dan gaat het om het ervaren van de gevoelens die bij dat standpunt worden opgeroepen.
Wie iets wil bereiken, een doel of meer kwaliteit, moet inschatten wanneer en hoe een obstakel aan te pakken dat op zijn weg komt. Of het is een illusie, of je kunt het beter vermijden of je kunt het gebruiken. Wie niet bang is om de ervaring aan te gaan dat illusies en overtuigingen niet waar zijn, maakt het ongrijpbare weer iets grijpbaarder.

De verwijdering tussen God en mensen onderling

Al duizenden jaren vertellen mensen over een breuk in de relatie tussen mens en God. In de oudst bekende verhalen was er sprake van vele onsterfelijke goden, die eigenschappen hadden die op mensen leken. Goden als spiegels van het menselijke karakter. Er was behoefte om te verklaren waarom God niet rechtstreeks was te benaderen of om het bestaan van maar één God te bewijzen.

In een onlangs ontcijferde tekst, 800 jaar ouder dan de eerste Bijbelteksten, zou de god Adam bestraft zijn voor zijn bemoeienis met de strijd tussen de scheppergod El en zijn rivaal Horon. Horon, in de vorm van een slang, beet Adam en hij veranderde in een sterfelijk mens. Om het verlies van zijn onsterfelijkheid te compenseren schiep (een zonne)god de vrouw (zodat ze door hun kinderen toch voort konden leven).

Net als bij de machtsstrijd in de godenwereld lijkt het er op dat er van oudsher competitie is tussen culturen in het presenteren van een monotheïstische Godsbeeld. In de Joodse en islamitische religie heeft God (Allah) als het ware gewonnen en hebben de andere bovenaardse wezens een bijrol gekregen als engelen. Het zijn de engelen die menselijke trekjes vertonen en soms ongehoorzaam zijn. Zo zou de duivel (Lucifer of Satan genoemd) een gevallen engel zijn. In de Bijbel schiep God man en vrouw en laat hen leven in het Paradijs op slechts een voorwaarde, namelijk dat zij niet aten van de vruchten van de boom van het kennis van goed en kwaad. Die kennis leidt tot veroordelen en afstand tot de ander. Kennis van goed en kwaad was voorbehouden aan de goden. Met het eten van deze vruchten zouden de mensen goden worden.
Het was de duivel in de vorm van een slang die Eva verleidde om toch van de vrucht te eten en Adam te bewegen om dat ook te doen. Het leidde tot de verwijdering van God en de mens en verdrijving uit het paradijs. Sindsdien lag de erfzonde als een vloek over hun nageslacht en bidden gelovigen in het onze vader om "vergeving van onze schuld".

Het christendom slaagde erin om zich te nestelen in de top drie van monotheïsmen door 2 millennia te verhalen over de geboorte van Jezus als zoon van God, die de banvloek van de zondeval weer verbrak. Het is al die tijd weer mogelijk om terug te keren tot God, maar wanneer en in welke vorm? Dat wordt bepaald met de wederkomst van Christus op de dag van het laatste Oordeel. Zelf was Jezus naar verluid in staat om uit de dood op te staan en na het tonen van het bewijs en het geven van instructies aan zijn discipelen weer naar de Hemel te varen. Gelovigen worden begraven in afwachting van de wederopstanding en uitroeiing van het Kwaad. Er zullen weinig mensen zijn die zich laten begraven omdat zij letterlijk verwachten op de jongste dag weer op te staan. Geen wonder dat crematie steeds populairder is geworden. Het is not done om geestelijken over de logica van wederopstanding en andere verhalen uit de Bijbel door te zagen. Wat een gelovige echt gelooft is dan ook vaak onduidelijk: "er is iets of meer tussen hemel en aarde".

Het zijn in de afgelopen eeuwen de kerkelijke instituties geweest die getracht hebben de menselijke behoeften aan een beter leven te kanaliseren en zo macht te verwerven. Priesters gaven aan hoe je leven moest (met een beloning na de dood) en hoopten zo de mensheid te verheffen boven de onschuldige, maar onbewust levende dieren.
Nu we leven in een samenleving van welvaart is voor velen de wens tot het toetreden van het hiernamaals verdwenen. Het leven voor de dood is inmiddels aardig paradijselijk geworden. We willen niet langer verteld worden hoe te leven of verlost worden. Dat maken we zelf wel uit.

Gebleven is de drang tot competitie, de machtsstrijd en de neiging om te veroordelen. Monotheïstische culturen claimen dat zij een persoonlijke relatie met God hebben die zich exclusief zal inzetten voor hun eigen zaak. En dat leidt tot kinnesinne en bloedige godsdienstoorlogen. Nietzsche verklaarde dat God dood was, mogelijk om een bijdrage te leveren tot het staken van de gevechten op leven en dood.

Mensen vinden het nog steeds moeilijk om anderen als gelijke te accepteren. In sport en spel leven we die kinderlijke behoefte uit om meer en beter te zijn dan een ander. We willen blijven groeien en ontwikkelen, niet in de laatste plaats om ook op de oude dag autonoom en comfortabel te kunnen leven.
Mensen willen veiligheid en erkenning. We willen als goed beoordeeld worden. Als eerste van onze ouders, dan van onze leraren, later van onze partner of werkgever en het zou mooi zijn wanneer we het ook van God zouden krijgen.

In het leven zijn er een aantal angstige momenten dat we verwijderd raken van de ander. Het begint bij de geboorte met het doorknippen van de navelstreng, vervolgens maken we de eerste breuk in het ontdekken van ons ego en we oefenen in het zelfstandig verbinding maken en loslaten in onze puberteit. De laatste breuk met anderen is bij onze dood. Gelovigen hopen dan genoeg krediet te hebben verzameld om opgenomen in een probleemloos leven in een hiernamaals.
Op deze wijze hopen mensen te ontsnappen aan de zinloosheid van het leven. "Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren". Velen zien hierin het recht op een vrij leven en weinigen zien een plicht om een evenwaardig leven te leiden en hierin wederkerigheid te eisen van anderen.

Het disciplineren van jezelf uit religieuze motieven, het je houden aan de tien geboden of gewoon uit fatsoen kost sommigen veel moeite. Het valt dan niet gemakkelijk te kijken naar anderen die het niet zo nauw nemen met de regels of die een geloof beschimpen. Trots en eerwraak leiden tot agressie die in tegenspraak is met de religieuze beginselen die oproepen tot naastenliefde, compassie, mededogen en barmhartigheid.

We hebben moeite met vertrouwen en ruimte te geven aan anderen. Het boeddhisme waarin stilte, ruimte en leegte belangrijke elementen zijn, vinden veel westerse mensen aantrekkelijk maar ook lastig. We willen die elementen wel voor onszelf, maar wanneer we het overlaten aan anderen zou er dan genoeg voor onszelf overblijven? Wij zijn gericht op "doen" en onderschatten de waarde van "laten".
Het boeddhisme slaat met haar non-dualiteit een brug over de kloof die we ervaren naar anderen. Er is eenheid in niet twee-zijn.

Zie ook Neale Donald Walsch over de misvatting dat een almachtige God behoefte zou hebben om mensen te straffen.

Populair in de laatste week

Alle labels van het blogspot

#metoo (2) aanbevolen (15) aandacht (9) aanraken (2) aanwezigheid (4) achterdocht (2) ADHD (2) afhankelijkheid (3) afstand nemen (6) agnost (4) agressie (2) alcoholisme (4) altruïsme (6) ambitie (3) ander (1) angst (22) apofatisch (9) authenticiteit (9) autisme (1) autonomie (5) balans en evenwicht (52) begeerte (1) behoefte (5) belangen (10) belemmerende overtuigingen (10) beoordelen (5) beslissen (2) betrokkenheid (5) betrouwbaarheid (2) bewustwording (12) bewustzijn (26) bezinning (1) bindingsangst (3) bioscoopfilm (7) biseksualiteit (1) blijdschap (3) bodhisattva (2) boeddhisme (9) boek (164) boosheid (2) brein (2) burn-out (2) communicatie (16) compassie (10) competentie (4) competitie (16) complottheorie (3) constructief gesprek (4) consumeren (2) coping (2) creativiteit (3) crisis (7) dans (6) daten (5) deflexie (1) demagogie (4) denken (12) denkfouten (5) deugd (9) deugdzaamheid (1) diagnose (4) dialoog (10) dieren (4) discipline (1) dooddoener (6) drama (3) drie-eenheid (6) drogredenen (7) drugsgebruik (5) DSM (4) dualisme (5) duurzaamheid (5) echt (4) eenheid (35) eenzaamheid (8) ego (46) eigenschappen (2) eigenwaarde (5) emancipatie (5) emergentie (2) emotie (13) empathie (5) en-en (23) endogene depressie (1) energie (13) erkenning (8) ethiek (9) etiquette (6) evenwaardigheid (52) evolutie (23) faalangst (1) fabel (1) feedback (2) filmpje (80) filosofie (18) fraude (9) Freud (2) functioneren (4) gebreken (1) gedragsverandering (5) geduld (2) geest (3) geheugen (3) gekwetstheid (6) geld (5) gelijk hebben of gelijk krijgen (7) gelijkmoedigheid (4) geloven (18) geluk (34) genade (5) genot (1) Gestalt (1) Getuige (5) gevoelens (35) gezag (1) gezichtsverlies (3) gezondheid (5) gezondheidszorg (1) GGz (2) go with the flow (2) God (41) goedgelovigheid (3) gokken (1) grenzen (9) hechting (1) heelheid (8) hersenen (4) hier en nu (8) holisme (2) hoofdzonde (3) humor (13) ideaalbeeld (2) identificatie (10) identiteit (13) ik-boodschap (1) illusie (12) imago (1) individualisme (5) innerlijke vrijheid (17) integriteit (3) Intelligent Design (1) Internet (3) intrinsieke waarde (1) intuïtie (8) InZicht (13) islam (2) jaloezie (4) jeugd (1) jezelf worden en zijn (12) jongeren (3) karakter (2) katafatisch (1) kenmerken (2) kiezen (10) kind (13) kosten (1) kracht (6) Krishnamurti (2) kuddegedrag (1) kunstmatige intelligentie (2) kwakzalverij (1) kwaliteit (16) kwetsbaarheid (5) leegte (15) leiderschap (4) leugens (9) levensfase (3) levenskunst (9) levensvragen (3) levensweg (3) licht (3) liefde (97) liefdesverdriet (3) lijden (1) loslaten (21) macht (23) machtsstrijd (9) magisch denken (7) man-vrouw verschillen (11) mannelijkheid (2) mannen (1) media (2) meditatie (15) metacommunicatie (8) metafoor (2) metafysica (5) milieu (1) mindfulness (4) misbruik (4) model (1) moraliseren (3) motto (1) mystiek (7) nabijheid (2) narcisme (5) natuur (5) negatie (16) neti neti (3) niet doen (23) NLP (1) non-duaal bewustzijn (7) non-dualiteit (41) omdenken (8) omgangsregels (3) onderwijs (3) onderzoek (8) ongelukkig zijn (4) onmacht (2) onrust (2) ontrouw (1) ontwikkeling (10) onverwerkt kindertrauma (3) oordeel (18) opvoeding (8) orgasme (2) Osho (6) ouderen (5) overgave (4) overheid (1) overvloed (6) panpsychisme (1) pantheïsme (1) paradox (27) Pareto principe (1) partnerkeuze (6) passie (2) pedagogie (2) perfectie (2) personeelsbeleid (2) persoonlijkheid (6) persoonlijkheidsstoornis (3) pesten (1) Peter principle (1) pijnlichaam (8) politiek (10) populair (11) positieve (11) privacy (1) processie (1) projectie (9) psychiatrie (4) psychofarmaca (2) psychotherapie (1) puberen (1) reïncarnatie (2) relatie (17) relatievaardigheid (5) respect (32) rijkdom (2) rol (4) romantiek (5) rust (5) ruzie (5) samensmelten (10) schaamte (2) scheiden (2) schizofrenie (1) schouwen (6) schrijfdrang (1) schuld (3) schuldgevoel (2) seks (14) selectie (3) sociale druk (4) somberheid (1) spel (3) spiegelogie (4) spijt (1) spiritualiteit (51) spreekwoorden (1) sprong (1) statistiek (1) status (1) sterven (5) stilte (16) straling (1) strategie (1) stress (5) synchroniciteit (14) taal (16) Taoïsme (18) tederheid (1) Tegenwoordigheid (2) The Secret (2) The Work (1) therapie (1) tijdgeest (5) toeval (5) Tolle (18) transcenderen (6) transformatie (5) transparantie (2) trend (2) tunnelvisie (1) twijfel (5) verandering (2) verantwoordelijkheid (12) verbinding (33) verdriet (2) vergeten (2) verlangen (5) verlatingsangst (1) verleiding (3) verlichting (14) verliefdheid (4) verlies (1) vermijding (1) vermoeidheid (1) verslaving (7) vertrouwen (18) verveling (2) verwondering (2) vicieuze cirkel (1) video (1) voeding (1) voelen (3) volgzaamheid (1) vragenlijst (2) vreugde (2) vrije wil (6) vrijen (3) vrijheid (92) waarheid (26) waarneming (7) ware (8) wederkerigheid (6) welzijn (7) wezen (2) wijsheden (10) wilskracht (2) woede (2) wu wei (24) yin en yang (4) zelfbeheersing (3) zelfbevestiging (3) zelfbewustzijn (8) zelfdoding (4) zelfkennis (12) zelfkritiek (1) zelfoverschatting (2) zelfrealisatie (12) zelfvertrouwen (5) zelfverwerkelijking (2) zelfwaardering (5) Zen (2) ziel (14) Zijn (11) zin van het leven (11)